Trauma uit de kindertijd kan diepe psychologische wonden achterlaten die tot in de volwassenheid doorwerken. Het beïnvloedt de manier waarop we naar onszelf, anderen en de wereld om ons heen kijken. Het begrijpen van de tekenen van kindertijdtrauma is de eerste stap richting herstel, om je zelfvertrouwen terug te vinden en de kracht te herwinnen om het leven te creëren dat je wilt, gevuld met vreugde en liefde. Als je sommige van de tekenen herkent die in dit artikel worden genoemd, is het misschien tijd om te onderzoeken hoe eerdere ervaringen je leven vandaag beïnvloeden en overweeg stappen richting herstel, zoals therapie. Hier zijn enkele veelvoorkomende tekenen die kunnen wijzen op onopgelost trauma uit de kindertijd:
Emotionele Dysregulatie
Kinderen die trauma hebben ervaren, hebben vaak moeite om hun emoties te reguleren omdat hun zenuwstelsel constant in een staat van alertheid blijft, bekend als de vecht-of-vluchtrespons. Deze verhoogde staat zorgt ervoor dat ze kwetsbaarder zijn voor angst, depressie en soms ook middelengebruik als manier om ermee om te gaan. Moeite met het reguleren van emoties kan zich uiten in: intense stemmingswisselingen, impulsief gedrag, moeite met concentratie, onvoorspelbare emotionele reacties die relaties moeilijk maken, problemen om te kalmeren na verdriet of pijn, angst- of paniekaanvallen, middelengebruik, moeite in stressvolle situaties, voortdurende zorgen/ruminatie en/of moeite om emoties te benoemen en te uiten.
Angst
Zoals eerder vermeld, laat trauma uit de kindertijd mensen vaak achter in een staat van hyperwaakzaamheid, die zich op verschillende manieren kan manifesteren. Mensen kunnen chronische angst ervaren waarbij ze zich continu bedreigd voelen, zelfs in veilige situaties. Dit verhoogde bewustzijn leidt ertoe dat ze constant hun omgeving scannen op mogelijke bedreigingen. Ze kunnen sterk reageren op prikkels die voor anderen onbeduidend lijken en schrikken snel van plotselinge geluiden of onverwachte gebeurtenissen, een weerspiegeling van hun voortdurende staat van alertheid.
Vermijding & Verdoofdheid
Gedrag zoals emotionele afstand, dissociatie of vermijding is een veelgebruikte manier om met trauma om te gaan, omdat er nog geen gezondere manieren zijn gevonden om gevoelens te verwerken. Emotionele afstand betekent dat iemand zich loskoppelt van zijn gevoelens om pijn te vermijden, wat vaak leidt tot een gevoel van verdoofdheid. Dissociatie is een ernstige vorm van afstand nemen, waarbij individuen zich los voelen van hun eigen realiteit, alsof ze van een afstand toekijken zonder volledig betrokken te zijn. Vermijding houdt in dat men mensen, plaatsen en situaties vermijdt die aan het trauma herinneren.
Chronische Zelfkritiek
Kinderen die trauma hebben meegemaakt, zijn vaak erg zelfkritisch als volwassenen. Ze geven zichzelf de schuld, voelen zich “niet goed genoeg,” of hebben harde kritiek ervaren van hun verzorgers. Zelfbeschuldiging kan voor kinderen een manier zijn om moeilijke situaties te begrijpen. Ze zien niet dat hun verzorgers beperkingen hadden, maar denken dat ze zelf iets missen, waardoor ze minder waard lijken.
Schaamte en Schuld
Kinderen die trauma ervaren, ontwikkelen vaak het idee dat zijzelf het probleem zijn in plaats van te begrijpen dat het trauma dat ze hebben meegemaakt de echte oorzaak is. Ze denken dat er iets mis is met hun eigen waardigheid, waardoor ze zich minder waardig voelen van liefde en steun. Omdat ze volledig afhankelijk zijn van hun verzorgers, zien ze zelfbeschuldiging als een manier om de band met hun verzorgers veilig te stellen. Ze kunnen bijvoorbeeld denken: “Als ik beter was, zouden ze beter voor me zorgen.” Dit beschermingsmechanisme helpt hen overleven in een situatie waarin zij weinig controle hebben.
Helaas blijft dit patroon vaak bestaan, zelfs als ze volwassen worden. Zelfbeschuldiging verandert in een diep geworteld gevoel van schaamte en schuld, waarbij ze het idee vasthouden dat ze nooit goed genoeg zijn of dat zij de oorzaak zijn van negatieve situaties. Deze negatieve zelfbeelden en gevoelens belemmeren hen in hun verdere leven, omdat ze hierdoor vaak moeite hebben met zelfacceptatie, het opbouwen van gezonde relaties, en het vinden van innerlijke rust.
Moeite om anderen te vertrouwen
Volwassenen die als kind trauma hebben ervaren, worstelen vaak met vertrouwen in anderen. Dit komt doordat ze in hun vroege jaren te maken hebben gehad met ervaringen van verraad of teleurstelling, vooral wanneer deze afkomstig waren van de verzorgers of belangrijke mensen in hun leven. Omdat deze mensen, die hen zouden moeten beschermen en ondersteunen, hen juist hebben gekwetst, wordt het moeilijk om die basis van veiligheid en vertrouwen opnieuw op te bouwen in latere relaties. Ze zijn vaak bang dat ze opnieuw worden gekwetst, afgewezen, of verraden.
Deze angst zorgt ervoor dat ze hechte relaties vermijden of met grote voorzichtigheid benaderen. Ze houden een zekere afstand, zelfs als ze verlangen naar nabijheid, omdat ze niet zeker weten of ze de ander kunnen vertrouwen. Bovendien ervaren mensen met een verleden van trauma vaak hyperwaakzaamheid – een verhoogde alertheid op mogelijke signalen van gevaar of teleurstelling. Deze voortdurende waakzaamheid maakt dat ze steeds op hun hoede zijn en het ergste verwachten in interacties met anderen.
Dit patroon maakt het moeilijk om echt open te zijn en een gevoel van veiligheid op te bouwen in relaties, zelfs met mensen die liefdevol en betrouwbaar zijn. Deze terughoudendheid kan ook onbedoeld relaties bemoeilijken en leiden tot gevoelens van isolatie en eenzaamheid. Het doorbreken van dit patroon vraagt tijd, zelfinzicht, en soms hulp van een therapeut om te leren hoe ze stap voor stap meer vertrouwen kunnen ontwikkelen in zichzelf en in anderen.